- uithaal
- {{uithaal}}{{/term}}1 [het uitstrekken van een arm, been] swipe 〈arm〉; swing 〈arm, been〉; kick 〈been〉2 [schreeuw] howl, bellow3 [praal, ophef] display ⇒ pomp, 〈op tafel〉 spread4 [sport] [hard schot] hard shot ⇒ sizzler, scorcher5 [venijnige opmerking] (side-)swipe (at) ⇒ stab (at)
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.